Bij de koop van een eigen woning komt veel kijken, maar hetzelfde geldt voor de verkoop hiervan. Heb je nu met beide situaties te maken, dan zit hier vaak een periode tussen die u financieel dient te overbruggen. Verkoop je dus een woning en wil je met de overwaarde een nieuw huis kopen, dan wordt dat mogelijk gemaakt door het afsluiten van een zogenaamd overbruggingskrediet.
Maar wat is dit nu precies en wanneer gebruik je het? Twee logische vragen die gelukkig eenvoudig en gezamenlijk te beantwoorden zijn. Een dergelijk krediet is namelijk gewoon een lening, zodat je de overwaarde vast kunt besteden aan je nieuwe woning ook al is deze overwaarde vanuit je hypotheek nog niet vrijgekomen.
Een dergelijk krediet kan dus zeker handig zijn, maar ook zitten er enkele nadelen aan vast waar je je goed bewust van dient te zijn.
Zo kost deze lening extra geld. Je betaalt een rente over dit krediet die doorgaans hoger is dan je hypotheekrente en dit, tezamen met het geleende bedrag, moet uiteraard terugbetaald worden. Zodra de overwaarde van de verkochte woning vrijkomt, betaal je eerst het overbruggingskrediet af. Je houdt dus minder over om vrij te besteden. Ander nadeel dat hiermee verband houdt, is dat je dus ook tijdelijk met meer kosten tegelijk zit: de kosten van je oude woning, de kosten verbonden aan het overbruggingskrediet en de kosten van je nieuw gekochte woning. Dit kan aardig oplopen. Je zult dus wel iets van een buffer moeten hebben om deze lasten te kunnen dragen. Zodra de verkochte woning bij de notaris officieel is overgedragen, komen de kosten van de oude woning pas te vervallen.
Benieuwd of bepaalde kosten aftrekbaar zijn bij de belasting? Hierop is helaas geen eenduidig antwoord te geven, dus het best laat je je goed informeren door een hypotheekadviseur.